1 Koningen 11:2

SVVan die volken, waarvan de HEERE gezegd had tot de kinderen Israels: Gijlieden zult tot hen niet ingaan, en zij zullen tot u niet inkomen; zij zouden zekerlijk uw hart achter hun goden neigen; aan deze hing Salomo met liefde.
WLCמִן־הַגֹּויִ֗ם אֲשֶׁ֣ר אָֽמַר־יְהוָה֩ אֶל־בְּנֵ֨י יִשְׂרָאֵ֜ל לֹֽא־תָבֹ֣אוּ בָהֶ֗ם וְהֵם֙ לֹא־יָבֹ֣אוּ בָכֶ֔ם אָכֵן֙ יַטּ֣וּ אֶת־לְבַבְכֶ֔ם אַחֲרֵ֖י אֱלֹהֵיהֶ֑ם בָּהֶ֛ם דָּבַ֥ק שְׁלֹמֹ֖ה לְאַהֲבָֽה׃
Trans.min-hagwōyim ’ăšer ’āmar-JHWH ’el-bənê yiśərā’ēl lō’-ṯāḇō’û ḇâem wəhēm lō’-yāḇō’û ḇāḵem ’āḵēn yaṭṭû ’eṯ-ləḇaḇəḵem ’aḥărê ’ĕlōhêhem bâem dāḇaq šəlōmōh lə’ahăḇâ:

Algemeen

Zie ook: Hart (lichaamsdeel), Salomo (koning)

Aantekeningen

Van die volken, waarvan de HEERE gezegd had tot de kinderen Israëls: Gijlieden zult tot hen niet ingaan, en zij zullen tot u niet inkomen; zij zouden zekerlijk uw hart achter hun goden neigen; aan deze hing Salomo met liefde.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

מִן־

Van

הַ

-

גּוֹיִ֗ם

die volken

אֲשֶׁ֣ר

waarvan

אָֽמַר־

gezegd had

יְהוָה֩

de HEERE

אֶל־

tot

בְּנֵ֨י

de kinderen

יִשְׂרָאֵ֜ל

Israëls

לֹֽא־

Gijlieden zult tot hen niet

תָבֹ֣אוּ

ingaan

בָ

-

הֶ֗ם

-

וְ

-

הֵם֙

en zij

לֹא־

zullen tot niet

יָבֹ֣אוּ

inkomen

בָ

-

כֶ֔ם

-

אָכֵן֙

zij zouden zekerlijk

יַטּ֣וּ

neigen

אֶת־

-

לְבַבְכֶ֔ם

uw hart

אַחֲרֵ֖י

achter

אֱלֹהֵיהֶ֑ם

hun goden

בָּהֶ֛ם

aan

דָּבַ֥ק

deze hing
qal 3p enk. mnl.

שְׁלֹמֹ֖ה

Sálomo

לְ

met

אַהֲבָֽה

liefde


Van die volken, waarvan de HEERE gezegd had tot de kinderen Israëls: Gijlieden zult tot hen niet ingaan, en zij zullen tot u niet inkomen; zij zouden zekerlijk uw hart achter hun goden neigen; aan deze hing Salomo met liefde.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!